Het eten van een Walrus

 

 

Walrussen zoeken hun voedsel in het water waarbij ze tot honderd meter diep en gedurende dertig minuten kunnen duiken. Het meeste voedsel zoeken ze echter op een diepte tussen de tien en de vijftig meter, waarbij ze zo'n tien minuten onder blijven. Ze vangen soms vis, maar hun hoofdvoedsel bestaat uit tweekleppigen als mosselen, en ook andere ongewervelde bodemdieren als slakken, kreeftachtigen en stekelhuidigen als zeekomkommers. Walrussen eten tot vijfenveertig kilogram aan voedsel per dag.

Bij het zoeken naar dit voedsel in de modderige bodem gebruiken ze hun borstelsnor, waarmee ze het zand uitkammen. De snor is zeer gevoelig, en de walrus kan hiermee een zeer kleine steen van een zeer kleine mossel onderscheiden. De slagtanden worden hierbij niet gebruikt. Mosselen en slakken worden gekraakt tussen de voorflippers of tussen de lippen. Tijdens het eten krijgen ze ook een grote hoeveelheid zand en grind binnen.

Het voorplanten van een Walrus

De paartijd valt in januari en februari. De paring gebeurt waarschijnlijk in het water. De walrus kent een verlengde draagtijd: na de bevruchting wordt de eicel enige tijd (ongeveer 4 à 5 maanden) slapend gehouden (het ontwikkelt zich dan niet verder) voordat de eigenlijke draagtijd begint. 14 tot 16 maanden na de paring wordt een jong geboren, van midden-april tot midden-juni.

Er wordt steeds maar één jong geboren dat bij de geboorte ongeveer een meter lang is en 60 kilogram zwaar. Hij kan direct zwemmen. Tweelingen zijn zeldzaam, maar komen voor. Als de moeder gaat zwemmen, houdt het jong zich vast aan de nek. Ook houdt de moeder het jong vast tussen de voorpoten.

Na twee jaar wordt het jong gespeend, maar het blijft nog een tot drie jaar bij de moeder. De vrouwtjes blijven meestal bij de vrouwtjesgroepen, mannetjes sluiten zich aan bij andere jonge mannetjes.

Vrouwtjes zijn meestal geslachtsrijp op vijf- tot zesjarige leeftijd, de mannetjes op negen- tot tienjarige leeftijd. Mannetjes zullen zich meestal pas voortplanten als ze 14 tot 16 jaar oud zijn.

Een walrus kan veertig jaar oud worden, maar wordt meestal 16 tot 30 jaar oud.

Het leefgebied van de Walrus

Meestal verblijven walrussen op het drijfijs in de poolzee. In de herfst en winter trekken ze zuidwaarts om het pakijs te vermijden. Ze verlaten het poolgebied echter nooit. 's Winters houden ze zich vooral op langs de randen van het pakijs of in polynya's, gebieden met permanent open water. Zomers verblijven ze voornamelijk aan de kust van het vasteland en op kleine eilandjes. Walrussen zijn zelden verder dan vijftien kilometer van de kust verwijderd.

Plezierige plaatjes